'De Gulden Pantoffel' (1566)
Pensmarkt 4
Dit ondiepe brede pand staat met het achtergedeelte op het oude kloosterterrein. Aangezien dit stuk grond in 1625 van de Minderbroeders werd overgenomen, zal het op de bouwbloktekeningen weergegeven pand van na die tijd dateren.
In het midden van de 16de eeuw is het in bezit van Huub van Loon. Hij wordt ook bij de volgende post in het haardenregister genoemd, waarbij hij staat aangeschreven voor twee schouwen. Hebben we hier te doen met twee samengevoegde kantoortjes of stond er al in de 16de eeuw een huis op deze plaats?. Dit zou dan wel een erg ondiep pand van 11 voet (= 3,16 m) geweest zijn, omdat het achterliggende terrein aan de Minderbroeders behoorde. In 1566 is de kramer Jacob Colen die het pand huurt, betrokken bij de plundering van het
| 253 |
aangrenzende klooster. Hij kon er eenvoudig vanuit zijn eigen huis binnendringen!
De anonieme tekening uit 1833 van de voorgevel van dit pand vlak voor de sloop laat een rijke stenen trapgevel zien, die stilistisch in de eerste helft van de 17de eeuw te plaatsen is. Het pand heeft een hoge begane grond, die gezien de ramen voorzien is van een insteekverdieping. Op de eerste verdieping zijn vijf kruisvensters aangebracht die op een woonfunctie duiden. Er blijken twee zolders boven elkaar te zijn, die gezien de luiken voor opslag gediend hebben. Op 19de-eeuwse foto's is te zien dat ook aan de achterzijde een trapgevel was. Uit bouwtekeningen uit 1908 valt af te leiden dat het huis een kelder bezat.
| 254 |
Literatuur
CB 1520 f 43; CB 1573 f 46; De Bruijn 1997b; HT 1553; Intern rapport BAM 36, 12-15; M 20; vSvY I, 188 en III, 515; Z 1547 p 2.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 253-254